Verwarmen van de gevels, met heel weinig isolatie. Dat is stoken voor de mussen. Weggooien van warmte, terwijl we daar juist zuinig op moeten zijn!
Niets is minder waar. We hóeven niet zuinig te zijn: zon en wind leveren veel meer warmte en energie dan de mensheid kan gebruiken. Maar lang niet altijd op het moment dat we het nodig hebben. We moeten er wel slim mee omgaan: overschotten bewaren voor periodes dat we tekort hebben. Tekort aan warmte, of aan koude.
Opslag van warmte en koude is in de bodem zeer goed mogelijk. Al decennia wordt in de bodem warmte en koude opgeslagen. Eerst alleen voor bedrijven, steeds vaker ook bij woningen.
En WarmBouwen is slim: door gebruik te maken van de traagheid van de massa is heel weinig energie nodig om deze op een constante temperatuur te houden. Een chauffeur die met een constante snelheid rijdt gebruikt uiteindelijk minder energie dan een chauffeur die dan weer hard, dan weer zacht rijdt.
En de temperatuur van de warmte in de muur is zó laag dat deze nauwelijks hoeft te worden opgewekt. Laagwaardige warmte is voor een groot deel van het jaar alom aanwezig in de natuur.
Deze warmte is gratis.
Zo resteert slechts de energie die nodig is voor de circulatie van warmte in het WarmBouwen systeem: opname, opslag en afgifte. Van binnen is het alsof het altijd lente is, als de buitenmuur tussen de 16º en 18ºC is.
Bij deze temperatuur stroomt er nauwelijks nog warmte van binnen naar buiten. Warmte uit de verwarmingsinstallatie. Evenmin stroomt er warmte door de muur naar binnen tijdens hete zomerse dagen.
Dit maakt een energie-neutraal gebouw mogelijk.